Eénmansfracties 1937-2012

Partijen die op het nippertje in de Tweede Kamer kwamen

Jaar Partij Overschot % kiesdeler
1994* GPV 59280 199,0%
1994* SP 58890 198,3%
2010* PvdD 59543 194,9%
1937* SGP 38038 193,7%
1998* GPV 51569 189,9%
1981* RPF 50424 187,0%
1989* GPV 50348 184,9%
1986 PSP 49032 180,2%
1971 BP 27535 165,4%
1986 GPV 27231 144,5%
1989 RPF 25947 143,8%
1977 GPV 23970 143,2%
1977 PSP 22521 140,6%
1989 CD 22138 137,3%
1972 RKPN 18364 137,3%
1986 RPF 22432 136,7%
1994 U55+ 18262 130,5%
1967 GPV 13299 129,0%
1948 Welter 13046 126,4%
1977 BP 14463 126,1%
1982 CP 13512 124,6%
1981 GPV 12938 122,3%
1982 GPV 12252 122,3%
1963 GPV 4600 111,0%
1977 DS'70 4036 107,3%
1982 EVP 1555 102,8%


* Deze partijen behaalden een 2e (rest)zetel

Deze lijst laat alle partijen zien die vanaf 1937 bij de Tweede-Kamerverkiezingen een score behaalden van 1-2 keer de kiesdeler. Er is voor 1937 als beginjaar gekozen omdat vanaf dat jaar partijen minstens evenveel stemmen als de kiesdeler moesten behalen om een zetel te verkrijgen. De kiesdeler fungeert dus als kiesdrempel. In de periode 1918-1933 was het ook voor partijen met minder stemmen dan de kiesdeler mogelijk een (rest)zetel te behalen.

Opvallend is dat 9 van de 26 gevallen het GPV betreft. Voorafgaand aan het behalen van de eerste Kamerzetel in 1963 heeft het GPV al drie keer meegedaan, in alledrie de gevallen zat de partij erg dicht bij de (latere) kiesdrempel van 0,67% (in 1952 en 1956 gold nog een drempel van 1%). Alleen bij de verkiezingen van 1971 en 1972 behaalde het GPV meer dan 2x de kiesdeler, de hoogste score was 2,66 x de kiesdeler in 1972.

Slechts vier eenmansfracties zijn nooit groter geweest dan 1 zetel. Dit zijn RKPN, U55+, CP en EVP. Deze partijen zijn allevier slechts één periode in de Kamer vertegenwoordigd geweest.

Index